Dag 3/4 Phnom Penh

We zijn er weer, na een dagje vrijaf te hebben gehad.
Nou ja, wat vrijaf te noemen is.
Gisteren moesten we om half 6 al vertrekken voor onze vlucht naar Phnom Penh, en we waren overgeplaatst naar een vlucht van een kwartier eerder.
Helaas waren wij net één van de twee vliegtuigen met vertraging, 2 uur op een vlucht van drie kwartier.
Maar eenmaal daar aangekomen ging alles goed.
We hebben de rest van de dag niet veel gedaan, behalve een beetje uitgerust.
Het is hier iets kouder dan in Bangkok en met af en toe een windje, maar het is nog wel steeds 33 graden.
Vandaag hebben we heel veel gezien, en 's ochtends hebben we de stad doorgereden in een ongebruikelijk vervoersmiddel: de cyclo.
Dat is een fiets, met aan de voorkant een bakje waar je in moet gaan zitten.
Een soort voorganger van een tuk tuk, zonder motor.
Als eerste zijn we naar het Royal Palace gegaan.
Hier in Cambodja hebben ze nog wel een koning, maar die heeft geen enkele politieke macht.
Het is een heel groot complex, en het privé gebied van de koning mag je natuurlijk niet bezoeken.
Maar er was nog meer dan genoeg te zien, zoals de Zilveren Pagoda.
Van buitenaf is het een gewone pagoda, maar de vloer is helemaal bedekt met circa 5329 plaatjes zilver.
Er stonden heel veel boeddha's, in allerlei verschillende kleuren en maten.
Buiten stonden een aantal stupa's.
In een stupa wordt de as van een lid van het koninklijk huis bewaard als ze zijn gestorven.
In de eerste laag ligt de kleding, de tweede juwelen en in de derde de as.
De oude koning is in oktober gestorven, maar voordat hij gecremeerd wordt ligt hij nog 3 maanden opgebaard.
Dat is nu dus nog steeds, en is er ook een klein deel afgesloten.
Daarna zijn we naar de Wat Phnom gegaan, de enige heuvel in Phnom Penh.
Op de heuvel stonden een typische Chinese tempel en een boeddhistische tempel.
Het verschil was natuurlijk duidelijk te zien van buitenaf en ook binnenin, en ook in de offers was een groot verschil.
In de Chinese tempel werd veel eten geofferd, in de boeddhistische tempel bloemen en geld.
's Ochtends zijn we als laatste naar het National Museum geweest, gebouwd in de vorm van een pagoda.
Binnen staan veel beelden met goden uit het boeddhisme en het hindoeïsme, en dingen uit het oude Royal Palace.
Het Royal Palace was vroeger van hout, maar is herbouwd met steen en de overgebleven houten delen staan nu in het museum.
Er was een grote tuin in het midden, maar het museum zelf was helaas niet al te groot.
Na de lunch zijn we weer verder gegaan met het busje, deze keer naar de Tuol Sleng gevangenis.
Deze gevangenis stamt uit het Rode Khmer tijdperk, van 1975 tot 1979.
Zo'n 20.000 mensen hebben hier gevangen gezeten, en maar 7 hebben het overleefd.
De gebouwen waren opgedeeld in de krijgsgevangen en de gewone gevangenen.
Alles wat toen in de cel stond, stond er nu nog, voor zover er meer stond dan een ijzeren bed.
Daarna zijn we naar de killing fields geweest.
Hier werden alle gevangenen van de Tuol Sleng gevangenis geëxecuteerd en in massagraven gegooid.
De graven waren leeggehaald, maar hier en daar lagen nog steeds botten op het pad die vrij waren gekomen door de regen.
De gebouwen waren allemaal gesloopt, dus daar was niets meer aan te zien.
Rond 5 uur waren we weer terug in het hotel, nadat we midden in de spits waren beland.
En dat is toch echt wel wat drukker dan in Nederland.
Nu gaan we even eten en morgen vliegen we naar Siem Reap.
Overmorgen gaan we dan eindelijk naar Angkor Wat, iets waar we natuurlijk weer erg naar uit kijken.
Nogmaal wensen we iedereen een fijne Kerst!

Groetjes Selina, Gert, & Marja